Klankkast an discantzijde met ojieflijst. De klavierblokken hebben bovenaan en onderaan uitgesproken welvingen. Bekleed met roze- (basdeksel) en crèmekleurige kunststof, en versierd met inlegwerk in celluloid: aan de discantzijde een blauw omrand medaillon met signatuur, geflankeerd door telkens drie danseressen; de beide boven-en onderkanten van de klankkast zijn eveneens versierd met dezelfde drie danseressen. Het discantdeksel en -klavier zijn bekleed met een metalen plaat met uitgesneden motieven. Het basdeksel heeft vijf rijen klankgaten (4+4, 17, 16, 17, 16). Het discantklavier heeft vijf rijen witte knoptoetsen (19, 20, 19, 20, 19), geplaatst in evenveel trappen. Aan de achterkant van het klavierblok is een metalen registerlat gemonteerd. Het basklavier - met 'Belgische ' rechte bassen - heeft zes rijen van elk 22 kleinere witte knoptoetsen, geplaatst in zes trappen. Blaasbalg met vijftien vouwen, bekleed met dunne stof met bloemmotief, en aan de buitenranden versterkt met grijze stroken en metalen hoekprofielen.