Deze vaas in terracotta is afkomstig uit de opgravingen van W. Loat te Ghorab in 1903-1904. Ze wordt gekenmerkt door een langwerpige buik met spitse bodem en voorzien van twee handvatten. De lange hals, die onderaan een rood geschilderde versiering (een koord?) draagt, is afgebakend door een kleine vooruitspringende rand. Dit type recipiënt, dat het gebruik van een steun noodzakelijk maakte, is vaak afgebeeld in de Thebaanse graven van de 18e dynastie.