Dit vrouwelijk beeldje in Nijlklei, dat dateert uit de Naqada II Periode, vertoont dezelfde kenmerken als dit met de opgeheven armen (Brussel E.3006).
De vrouwenbeeldjes van dit type, die uit Nijlsilt vervaardigd zijn, behoren tot de oudste plastische voorstellingen van de Egyptische kunst. Hun zeer schematisch uitgewerkte hoofd gelijkt eerder op de kop van een vogel. Zij houden de armen opgeheven naast het hoofd, met de handpalmen naar binnen gekeerd. Het bovenlichaam helt licht voorover. De benen eindigen met de aanzet van de voeten. De functie van deze beeldjes die in de graven meegegeven werden is niet evident. Zijn het goden met een vogelkop, godinnen van de vruchtbaarheid, concubines, klaagvrouwen of zelfs danseressen?